Het hart van Diergaarde Blijdorp is een Gesamtkunstwerk van architect Sybold van Ravesteyn en heeft in zijn totaliteit de status van rijksmonument. De diergaarde is een complete restauratie gestart, waarin inmiddels 15 van de 21 monumenten zijn hersteld. De bosrendierenstal is, met hulp van Dioraphte, als nummer 16 aan de beurt.
Het is een paar dagen nadat de lockdown gedeeltelijk is opgeheven. Dierentuinen mogen weer bezoek toelaten. Een beetje onwennig schuifelen plukjes mensen langs de dierenverblijven. Het is nog rustig in Blijdorp, maar dat kan ook te maken hebben met de storm die op komst is. Projectmanager van de restauratie René Reusen kijkt enigszins bezorgd naar de enorme plataan die niet ver van het bosrendierenverblijf piept en kraakt in de aanzwellende wind. ‘Die is ook onderdeel van het totaalontwerp van Sybold van Ravesteyn. Hij staat precies op de diagonaal die de hele dierentuin doorsnijdt. Daaromheen staan in een soort cirkel de dierenverblijven.’ In 1937 kreeg de architect van de gemeente Rotterdam de opdracht voor het ontwerp. Blijdorp werd hiermee een van de eerste dierentuinen ter wereld die in zijn geheel door één architect ontworpen was. Het plan omvatte een geheel nieuwe dierentuin, tot aan de interieurs, de beplanting en de looproutes toe.
Ondersoort
We staan nu aan de rand van het buitenverblijf van de bosrendieren, een zeldzame ondersoort van het ‘gewone’ rendier. ‘Kijk, daar zie je nog de hand van Van Ravesteyn.’ Reusen wijst op de greppel die het terrein omgeeft. ‘Hij bedacht relatief ruime binnen- en buitenverblijven met natuurlijke afscheidingen. Zo min mogelijk hekken en tralies.’ Als we om het verblijf heen lopen, vertelt hij hoe de diergaarde heeft geleden onder de pandemie. ‘Het water staat ons aan de lippen. Normaal stoppen we ook eigen geld in restauraties, maar deze is bijna volledig extern gefinancierd. De portemonnee is simpelweg leeg. Daarom zijn we ook zo blij dat Dioraphte heeft getekend voor het volledige aangevraagde bedrag.’
Leisteen
De houten wanden van het buitenverblijf zijn nog origineel en stammen dus uit 1940. Reusen wijst op de onderkant, waar de planken duidelijk zijn aangetast door de tijd. ‘Na de zomer gaan we de buitenkant restaureren met respect voor het ontwerp. We hebben de oude tekeningen nog. Ook doen we eerst kleur- en historisch onderzoek voordat we aan de slag gaan.’ Hij wijst naar boven, naar het dak. ‘Ooit zijn de leisteenpannen vervangen door bitumineuze dakbedekking. Waarom snap ik niet. Leisteen is niet alleen veel mooier, maar ook onverslijtbaar. Dat gaan we dus terugdraaien.’
Dierenwelzijn
Hoewel Van Ravesteyn wel degelijk rekening hield met het dierenwelzijn, draaide zijn ontwerp toch vooral om de schoonheid van de architectuur. Bovendien zijn de opvattingen over dierenwelzijn sinds 1940 natuurlijk sterk veranderd. ‘Door onderzoek hebben we veel meer kennis opgebouwd over diergedrag, -voeding en natuurlijke behoeften,’ vertelt Reusen. ‘Het merendeel van de monumenten is al aangepast aan de nieuwste inzichten. Bij de renovaties maken we gebruik van moderne en duurzame technieken. Ook kiezen we voor minder dieren per oppervlakte en een diervriendelijke inrichting.’