Het Over het IJ Festival is het zomerse en avontuurlijke locatietheaterfestival van Amsterdam en een speeltuin voor experimentele makers. Jonge talenten krijgen niet alleen een podium, maar ook intensieve begeleiding. Festivaldirecteur Simone Hogendijk geeft een overzicht.
We hebben in ons programma plek voor ieder soort maker: van de laatstejaars van de theaterschool, tot de gevestigde regisseurs. Voor makers die ergens naartoe willen werken, is er ruimte voor onderzoek. Figuurlijk, maar ook letterlijk. In onze speciaal daartoe uitgeruste studio in een loods op het NDSM-terrein kunnen makers in het voorjaar hun eerste stappen zetten naar een voorstelling die in juli bij ons wordt gespeeld.’


‘Wij [Sanne Lips en Liesje Knobel] zijn allebei scenograaf en sinds 2018 een makersduo. Vanuit een fascinatie voor tegendraadsheid en verzet onderzoeken we hoe onze beeldcultuur bijdraagt aan de vorming van identiteiten en machtsverhoudingen. Zo geven in onze voorstelling OVERKILL twee vrouwen zichzelf een opvoeding in ongeremd en destructief gedrag. Want waarom zou dat aan mannen voorbehouden zijn? We hebben de voorstelling ontwikkeld binnen het Nieuwe Makers-programma van het Over het IJ Festival en daar in de zomer negen keer gespeeld.
Het programma omvat intensieve begeleiding. Allereerst mogen we bij ons vooronderzoek gebruik maken van de loods op het NDSM-terrein. Verder hebben we tweewekelijks een gesprek met Simone Hogendijk over hoe we ons werk in de wereld kunnen zetten en op een duurzame manier vormgeven. Onze zakelijk leider Sanne Olijerhoek wordt intensief begeleid door de zakelijk leider van Over het IJ. Ook krijgen we begeleiding in marketing en PR. Tot slot hebben we contact met Feikes Huis (productiehuis voor beeldend theater, red.). Met hen praten we over onze plek in het veld, van hen leren we over ondernemerschap, hoe en welke fondsen te benaderen en over de juiste plekken om te spelen.
Aankomende zomer doen wij het laatste project binnen deze makersregeling. Officieel stopt dan de begeleiding, maar wij zijn nog lang niet klaar met onze ontwikkeling. Ook door stagnatie vanwege corona hebben we nog steeds behoefte aan begeleiding. Daarover zijn we in gesprek met Over het IJ. We zitten daar meteen midden in de juiste doelgroep. Mensen die naar Over het IJ komen staan open voor experiment.’
Doorstroming
‘Onze talentontwikkelingsprogramma’s zijn ingericht op doorstroming. De laatstejaars en pasafgestudeerden kunnen terecht in het Zeecontainerprogramma. Daar kunnen ze kleinschalig kennismaken met locatietheater en andere jonge makers ontmoeten. Ze bedenken een plan voor een voorstelling van ongeveer een kwartier waarin een container centraal staat.
Het Nieuwe Makersprogramma is een stapje groter. Makers die tot een jaar of vijf theaterervaring hebben ontwikkelen op het NDSM-terrein hun project. We dagen hen uit te reageren op de nieuwe dynamiek in Amsterdam-Noord. Daarbij begeleiden we ze artistiek, zakelijk, productioneel en op het gebied van marketing. Hun voorstellingen zijn inhoudelijk verder en duren vaak al zo’n dertig tot veertig minuten.
Beton
Het Atelier is een samenwerking met Oerol die al tien jaar bestaat. Daarin krijgen makers een jaar lang ondersteuning, met veel aandacht voor het verplaatsbaar maken van locatietheater. Dansen op het beton van het NDSM-terrein is totaal iets anders dan dansen in het rulle zand van Terschelling. Dat gegeven leidt soms vanuit een idee tot twee verschillende voorstellingen. ’Bovenal bieden we jonge makers een perfect platform om zich te tonen aan het publiek en het veld. Het mooie is dat het publiek heel erg mee-groeit met het festival en echt voor het experiment komt. Het is benieuwd naar de ontwikkeling van talent dat ze vaak al van het Zeecontainerprogramma kennen. Het kan een dagbandje kopen, om de pols doen en dan alle nieuwe makers zien. Dat blijkt een hele goede marketingtruc.’