Stichting SteunouderNL organiseert informele steun aan gezinnen die om wat voor reden dan ook overbelast zijn. Vrijwilligers bieden een of twee dagdelen per week een gastvrij thuis aan een kind. Zo verlichten de steunouders de zorg van de ouders en bieden ze kinderen een plek waar ze onbekommerd kind kunnen zijn. ‘In principe kloppen gezinnen uit alle lagen van de samenleving bij ons aan, maar we kijken natuurlijk wel wie een steunouder het hardst nodig heeft,’ vertelt directeur Maria Wassink: ‘Dat zijn toch vaak gezinnen met een dunne portemonnee en geen netwerk om op terug te vallen.’
De werkwijze van SteunouderNL is bedoeld om de veerkracht van kind en ouders te versterken en de inzet van zwaardere zorg te voorkomen. De stichting kiest ervoor om haar werkwijze altijd in te bedden bij een lokale welzijnsorganisatie. ‘In onze ervaring is dat de beste garantie voor een duurzame verankering in het sociale beleid van een gemeente.’
Matches
De begeleiding van het opstarten brengt kosten met zich mee voor de welzijnsorganisatie en daarnaast is er de jaarlijkse bijdrage voor landelijke kosten. Dankzij de steun van Dioraphte krijgen vier nieuwe gemeentes een tegemoetkoming in de landelijke kosten om te beginnen met Steunouder. In 2021 werkten 23 welzijnsorganisaties met het concept, goed voor zo’n zeven matches per organisatie per jaar. Wassink: ‘De teller staat begin 2022 op 36 organisaties. Onze ambitie is in 2022 door te groeien naar 45-50 organisaties. Ons concept wordt door veel gemeentes vanwege de preventieve werking omarmd. Gezinssituaties lopen minder vaak uit de hand. Uit een eerste impactmeting blijkt: Steunouder verbetert de sociale ontwikkeling van het kind en verlaagt het stressniveau van ouders.’
Stan (12) gaat iedere week langs bij zijn steunmoeder Petra en haar zoon Lucas. Thuis gaat het niet altijd even goed tussen Stan en de rest van zijn gezin. Omdat hij een vorm van autisme heeft, wordt hij soms erg boos. ‘Bij Petra is het rustig. Dan kan ik mijn hoofd leegmaken en gaat het thuis ook beter. Ik maak dan minder ruzie met mijn broertje.’